NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
Bemesting in tuinen, een woordje uitleg

Bemesting in tuinen, een woordje uitleg

Het is fascinerend om zien hoe planten elk jaar weer snel tot leven komen. Om te gedijen hebben planten voedingsstoffen nodig. In natuurlijke omgevingen halen ze die uit de bodem door de afbraak van bladeren en andere organische materialen. In tuinen is het een ander verhaal. Vaak willen we alles netjes houden en ruimen we overtollig blad op. Het gras wordt gemaaid en het maaisel wordt meestal afgevoerd. Hagen worden regelmatig gesnoeid en het snoeiafval wordt verwijderd. Daarom zijn bodemverbetering en bemesting aangewezen. 

Onderscheid bodemverbetering en bemesting

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen bodemverbetering en jaarlijkse bemesting, aangezien deze vaak door elkaar worden gehaald.

Bodemverbetering omvat het verrijken van de bestaande grond met groencompost, verteerde stalmest, turf of vergelijkbare middelen. Deze materialen bevatten veel organische stof en relatief weinig voedingsstoffen. Door de afbraak van dit organische materiaal wordt het humusgehalte van de grond verhoogd. Humus is in staat om water en voedingsstoffen vast te houden, wat leidt tot een betere groei van planten. Ook kleideeltjes kunnen voedingsstoffen vasthouden, wat verklaart waarom rijkere leem- en kleigronden over het algemeen minder bemesting nodig hebben dan zandgronden. Humusarme zandgronden daarentegen vragen juist om meer doordachte bemesting.

Een goede bodemverbetering gaat natuurlijk samen met een degelijke bodembewerking, uitgevoerd bij gunstige weersomstandigheden. Dit kan echter een uitdaging zijn tijdens de wintermaanden en in jaren zoals 2023, waarin de neerslag bijna 50% hoger lag dan normaal. Planten gedijen het best in een luchtige bodem, vrij van storende lagen, wat essentieel is voor gezonde wortelgroei.

Korrelige meststoffen.

Om struiken, hagen en vaste planten in optimale conditie te houden, zijn voedingsstoffen nodig. Vaak wordt er een initiële bemesting uitgevoerd, maar in veel tuinen blijft het daarbij. Na verloop van tijd raakt de bodem uitgeput en worden de sterke soorten dominant, waardoor zwakkere planten verdrongen worden. Steeds meer tuineigenaars en tuinaanleggers lijken dit aspect van tuinieren te verwaarlozen, wellicht door een gebrek aan kennis of interesse. Bovendien wordt in de reguliere media soms ten onrechte beweerd dat bemesting schadelijk is, terwijl het eigenlijk overbemesting is die problematisch is.

Meststoffen bevatten verschillende voedingselementen die essentieel zijn voor een gezonde plantengroei. Een gebrek aan bepaalde elementen kan leiden tot verminderde groei of tekortverschijnselen, maar ook overmaat van bepaalde elementen kan schadelijk kan zijn.

De voedingselementen worden onderverdeeld in hoofdelementen, ook wel macro-elementen genoemd, en sporenelementen, ook bekend als micro-elementen. Hoofdelementen moeten in grotere hoeveelheden aanwezig zijn vanwege de grote behoefte van de plant. Sporenelementen daarentegen moeten in kleinere hoeveelheden beschikbaar zijn.

Sporenelementen

Sporenelementen worden door de plant in kleine hoeveelheden opgenomen, maar zijn essentieel voor tal van processen binnen de plant. Na een goede bodemverbetering en bekalking (bijvoorbeeld met zeewierkalk) zijn deze sporenelementen in de meeste tuinen doorgaans voldoende aanwezig. Voorbeelden van sporenelementen zijn onder andere ijzer (Fe), mangaan (Mn), koper (Cu), boor (B), zink (Zn), molybdeen (Mo), en anderen.

Meststoffen lenen zich uitstekend voor het bemesten van gazons en siertuinen.

Meststoffen

Meststoffen bestaan uit één of meerdere voedingselementen en kunnen worden onderverdeeld in enkelvoudige of samengestelde meststoffen. Op de verpakking wordt de samenstelling aangegeven via een formule, uitgedrukt in NPK, waarbij de focus vaak ligt op het stikstofgehalte. Een goede verhouding tussen stikstof en kalium is echter belangrijk voor veel planten, terwijl extra magnesium, vooral in zandgronden, kan zorgen voor een mooiere, groenere groei.

Meststoffen kunnen ook worden onderverdeeld in organische en kunstmeststoffen. Organische meststoffen bestaan uit organische bestanddelen van dierlijke of plantaardige oorsprong en hebben doorgaans een werkingsduur van zes tot acht weken. Deze organische materialen worden door bodemorganismen omgezet in chemische elementen die door planten kunnen worden opgenomen. Sommige fabrikanten verrijken organische meststoffen met chemische bestanddelen, die organo-minerale meststoffen worden genoemd.

Chemische meststoffen daarentegen worden geproduceerd via industriële processen of gewonnen in mijnen. Ze zijn snel oplosbaar en werken ook snel, waardoor meerdere bemestingsbeurten per jaar nodig zijn. Het risico op uitspoeling van nitraten is hoog, evenals het gevaar van een kortetermijnpiek in zoutgehalte in de bodem, wat schadelijk kan zijn voor het bodemleven en veel planten niet ten goede komt. Het is daarom cruciaal om de juiste dosering toe te passen.

Een andere categorie van kunstmeststoffen zijn de gecoate meststoffen, die zijn omhuld met een coating (controlled released fertilizers). De voedingselementen komen geleidelijk vrij, waardoor er nauwelijks uitspoeling plaatsvindt. Er zijn varianten voor gebruik in potten en formules voor gebruik in de volle grond. De werkingsduur varieert van 2-3 maanden tot 16-18 maanden. Deze duurzame meststoffen worden vaak gebruikt door professionele kwekers, maar zijn nog niet wijdverspreid in de tuinaanleg. Ze voorkomen het risico op verbranding van planten, en in veel gevallen is één bemestingsbeurt per jaar voldoende.

Tijdstip

Vanaf maart, bij het aanbreken van de groeiperiode, is het geschikte moment om te starten met bemesten. De frequentie van bemesting en het type meststoffen dat wordt gebruikt, variëren afhankelijk van hun samenstelling en hoelang ze werken. Over het algemeen wordt in het voorjaar iets meer nadruk gelegd op stikstofbemesting om de groei van de planten te stimuleren. Naarmate de zomer overgaat in de herfst, verschuift de focus naar kaliumbemesting. Dit is van belang om de planten krachtig de winter in te laten gaan en ze voor te bereiden op de koudere maanden.

Hoofdelementen

Stikstof (N)
Stikstof is wellicht het meest bekende voedingselement. Het is zeer mobiel in de bodem, wat betekent dat het snel kan uitspoelen en in het grond- of oppervlaktewater terechtkomen. Ongeveer 80% van de atmosfeer bestaat uit stikstof als chemisch element.

Planten nemen stikstof voornamelijk op in de vorm van nitraat (NO3-) en deels als ammonium (NH4+). Het grootste deel van ammonium moet door bodemorganismen eerst worden omgezet in nitraat (het nitrificatieproces). Een andere vorm van stikstof in meststoffen is ureum, dat in de bodem via twee stappen wordt omgezet tot nitraat.

Stikstof is essentieel voor de groei van alle groene delen van de plant. Het vormt een integraal onderdeel van elk aminozuur en is dus een bouwsteen van de plant, evenals van talrijke essentiële enzymen en het DNA van de plant. Sommige gewassen, zoals gazons, hebben een hoge stikstofbehoefte, wat zorgt voor een intense groene kleur en krachtige groei.

Fosfor (P)
Planten nemen fosfor voornamelijk op in de vorm van fosfaat. Fosfaat is weinig mobiel in de bodem, spoelt nauwelijks uit en hecht zich aan bodemdeeltjes. Fosfor is essentieel voor een gezonde wortelontwikkeling en een overvloedige bloei.

Kalium (K)
Kalium, ook bekend als potas, draagt bij aan de stevigheid van de plant en de kwaliteit van de vruchten. Het verhoogt de weerstand van planten tegen ziekten, plagen, droogte en vorst.

Calcium (Ca)
Calcium is cruciaal voor de opbouw van celwanden. Sommige planten hebben veel calcium nodig en worden daarom kalkminnend genoemd, terwijl andere planten zuurminnend zijn, zoals rododendrons en Ilex, en geen hoge pH-waarden verdragen. Calcium is het belangrijkste bestanddeel van kalk, dat wordt gebruikt om zure bodems te neutraliseren. De zuurgraad van de bodem wordt uitgedrukt in pH, waarbij neutrale bodems een pH van 7 hebben, zure bodems meestal lager dan 5 à 6 en alkalische bodems een pH hoger dan 7. Compost kan bijvoorbeeld tot 25 kg kalk per kubieke meter bevatten, dus is het belangrijk om rekening te houden met zuurminnende planten. Een gemiddelde bodem heeft een pH tussen 6 en 7.

Magnesium (MgO)
Magnesium is nodig voor de aanmaak van chlorofyl, het groene pigment in planten, en is essentieel voor fotosynthese. Fotosynthese stelt planten in staat om uit eenvoudige elementen alle stoffen te produceren die nodig zijn voor groei. Magnesium zorgt voor een intensere groene kleur van planten.

Besluit

Het is belangrijk om te erkennen dat planten voeding nodig hebben, vooral in tuinen waar we verschillende soorten dicht bij elkaar planten, vaak in een veel dichter plantverband dan in de natuur, zoals bij hagen. Een jaarlijkse bemesting is dan ook zeker geen verspilling van geld, maar eerder een investering in gezondere planten.

De keuze van het type meststoffen kan soms lastig zijn, maar meststoffen die langdurig en gecontroleerd voedingsstoffen vrijgeven hebben veel voordelen. Bovendien zijn goede combinaties met organische meststoffen zeker mogelijk. Dit zorgt voor een uitgebalanceerde voeding voor de planten en draagt bij aan een gezonde groei en bloei.

Als je onzeker bent over of te weinig weet van de bodem op een specifieke locatie, is het verstandig om een bodemmonster te nemen en te laten analyseren. Hierdoor krijg je niet alleen een bemestingsadvies, maar kun je ook professioneel advies geven aan je klanten. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details