- Algemeen
- Productinformatie
- Tuinbeheer
- Land- & tuinbouwmachines
- Sport- & golfterreinen
- Zwemvijvers & -baden
In de rubriek Stad in de Kijker laten we in elke editie een stads- of gemeentebestuur aan het woord en polsen we naar de initiatieven die genomen worden om natuurbeheer, groen en biodiversiteit te versterken. Voor dit nummer trokken we naar Geraardsbergen, een uitgestrekte stad in de Vlaamse Ardennen die zich niet alleen met mattentaarten en de Muur op de kaart wist te zetten, maar net zozeer met zijn rijke bosomgeving, steile flanken en blauwe ader. “Een prachtige, maar ook uitdagende combinatie”, weet schepen van Milieu Stephan De Prez.
Als klein- en schoonzoon van landbouwers en voormalig bijberoeper in tuinonderhoud, was het wellicht niet verwonderlijk dat Stephan De Prez begin vorig jaar de bevoegdheden over onder meer milieu, duurzaamheid en sport op zich nam.
“Het mooie is bovendien dat milieu een erg horizontale bevoegdheid is”, vertelt hij. “Er is niet alleen een belangrijke overlap met mijn eigen bevoegdheden, maar er is ook een nauwe samenwerking met onder meer openbare werken, mobiliteit, stadsontwikkeling, enzovoort. Het is zodanig aanwezig in de samenleving – en sinds corona des te meer – dat het op bijna alles invloed heeft.”
Dat in Geraardsbergen pakweg 1.500 hectare ofwel 18% van de totale oppervlakte de bestemming ‘groen’ meekreeg, onderstreept
die verwevenheid.
“Naast 48.000 m2 aan wegbermen, gaat het vooral om reservaten, bossen, historische parken en bijvoorbeeld provinciaal domein De Gavers. Het merendeel daarvan ligt verspreid over het grondgebied en onze deelgemeenten, maar ook binnen de stad is er heel wat natuur aanwezig, met name op de zuidoostelijke flankhelling van de Dender. Daarvoor werd onlangs het natuurbeheerplan 2023-2047 goedgekeurd.”
De drie grote krachtlijnen in het natuurbeheerplan zijn het sociale, het ecologische en het economische. Daartoe voorziet het onder meer in de recreatieve uitbouw van bepaalde deelgebieden – het Abdijpark kreeg al diverse speel- en picknickzones en in de bossen rond de Guilleminlaan komen een speelbos en een technisch mountainbikeparcours – alsook in de versterking van de bestaande en vaak historische natuurwaarde.
“De combinatie van de steile flanken, de leemgrond en, vanaf een bepaalde hoogte, zandgrond, zorgt voor een heel specifieke vegetatie. Het Boelarebos is bijvoorbeeld een zeer oud bosbestand met waardevolle beuken, en in het Arduinbos bevinden zich vooral dikke volwassen zomereiken. Die gebieden willen we in het kader van zowel de erosieproblematiek op de flanken als de biodiversiteit zoveel mogelijk vrijwaren, onder meer door exoten zoals de Corsicaanse den te elimineren.”
De site van de Oudenberg, ook onderdeel van het natuurbeheerplan, wordt dan weer gekenmerkt door waardevolle graslanden, bestaande uit droog heischraag grasland en soortenrijk struikgrasland met verschillende kensoorten en ruim negen soorten wasplaten.
“Zij zorgen niet alleen voor de kenmerkende omgevingsgezichten van de Vlaamse Ardennen, maar zijn ook een centrale factor in het beperken van erosie op de flanken”, aldus De Prez. “Door het stikstofdossier komen ze echter steeds meer onder druk te staan. Daarom proberen we landbouwers zoveel mogelijk in het erosieplan te betrekken. En uiteraard zetten we hier sterk in op een extensief maaibeheer. Net als op de rest van ons patrimonium wordt er voor juni niet gemaaid.”
Dat de blauw-groene dooradering van de Dender niet enkel een zegen is, ondervond Geraardsbergen echter ook al. In de winter van 2010-2011 stond de volledige Dendervallei immers blank, met alle gevolgen van dien.
“Omdat de flankhellingen en de bodemstructuur de overstromingsgevoeligheid versterken, zijn bovengenoemde acties ook in dit kader noodzakelijk. Maar daarnaast moeten we natuurlijk ook veel meer inzetten op waterbeheersing. Samen met de provincie, de Vlaamse Waterweg en het Departement Omgeving werd daarvoor het strategisch plan Ruimte voor Water, een onderdeel van T.OP Dender, opgestart. Dat was een bijzonder moeilijke oefening en op de grote ingrepen, zoals bijvoorbeeld de vernieuwing van het negentiende-eeuwse sluizencomplex, is het dan ook nog even wachten.”
“Op lokale schaal blijven we intussen echter wel actie ondernemen. Zo werden er op verschillende zijbeken van de Dender al buffer- en wachtbekkens voorzien – mét resultaat! – en zetten we verder sterk in op infiltratie en ontharding. Daarin durven we best ver gaan, met plannen om ook verschillende dorpspleinen volledig te ontharden en in te richten met groen, wadi’s, enzovoort. Daarmee pakken we niet alleen de water- maar ook de hitteproblematiek in de kernen aan.”