- Algemeen
- Productinformatie
- Tuinbeheer
- Land- & tuinbouwmachines
- Sport- & golfterreinen
- Zwemvijvers & -baden
Laurier is een mooie en duurzame plant. Mits de juiste verzorging en onderhoud blijft ze jarenlang haar schoonheid behouden. Laurica-plants/Lauretum uit Jabbeke is al jaren gespecialiseerd in het opkweken van laurier. Elke plant die het bedrijf verlaat, is voorzien van het zeer herkenbare oranje kwaliteitslabel. Marian Maenhoudt geeft enkele verzorgingstips voor een optimaal resultaat.
Regelmatig snoeien zorgt voor volle en compacte planten. De handsnoei met een snoeischaar geeft het beste resultaat. Grotere exemplaren kunnen ook met de haagschaar gesnoeid worden. Snoeien doe je twee keer per jaar, aan het begin van de zomer en tijdens de winterperiode.
De zomersnoei is bedoeld om de vorm van de plant mooi te houden. Bij iets oudere planten (vanaf 4 à 5 jaar) snoei je best voor juli de sterkste scheuten in. Hoe sterker de scheut, hoe korter die gesnoeid mag worden en hoe sterker hij achteraf weer groeit. Oordeelkundig snoeien leidt tot een volle en compacte plantvorm.
De winter- of vormsnoei voer je best uit tussen november en maart. Van belang hierbij is het in evenwicht brengen van de plant en het bijwerken van de bol- of piramidevorm. Het is van belang om de plant per jaar slechts enkele centimeters in diameter te laten toenemen. Een compacte vorm helpt de plant om beter de regen en de wind te trotseren.
De snoei, vooral van jongere planten, kan gebeuren ‘op het oog’. Bij oudere en grotere exemplaren is het makkelijker om hiervoor een snoeimal of een meetkoord te gebruiken.
Laurier mag je het hele jaar door verpotten, maar september is de ideale periode. Vanaf dan gaat de plant stilaan in winterrust. Het wortelgestel is dan echter nog vrij actief, waardoor de
nieuwe grond voor de winter nog gedeeltelijk doorworteld wordt.
De eerste jaren verpot je een laurier best elk jaar. Na verloop van tijd mag dit om de twee jaar. Bij planten met een leeftijd van meer dan tien jaar volstaat verpotten om de vier tot vijf jaar. Exemplaren van meer dan vijftig jaar nemen genoegen met een verpotting om de tien à vijftien jaar. De wortels mogen bij het verpotten nooit gesnoeid worden!
Gebruik bij de opeenvolgende verpottingen een steeds grotere container, onderaan geperforeerd en eventueel voorzien van een laagje argex of lava, voor een optimale drainage. Een gietrand van rondom twee tot drie centimeter is van belang om bij elke gietbeurt voldoende water te
kunnen geven.
Als vulling voor de pot gebruik je best potgrond voor oranjerieplanten, voorbemest en gemengd met klei. Zo wordt het water optimaal vastgehouden als buffer.
Een langwerkende organische meststof met hoog stikstofgehalte zorgt voor een gezonde plant, een stevige groei en een mooie, groene bladkleur. In de handel zijn speciale meststoffen met een aangepaste samenstelling verkrijgbaar.
Bemesten doe je idealiter tweemaal per jaar: een eerste keer in april-mei en een tweede keer in juli-augustus. Dan groeit de plant immers het snelst en heeft ze extra voeding nodig. De hoeveelheid meststof hangt af van de grootte van de pot en de leeftijd van de plant.
Omdat potplanten minder regenwater opnemen dan exemplaren in volle grond, is regelmatig begieten een noodzaak. De hoeveelheid en frequentie van het begieten hangt af van de grootte van de pot, de standplaats en het seizoen. Geef steeds water van bovenaf en vermijd overtollig water in de pot of de schaal omdat dit tot wortelrot kan leiden.
Van maart tot in volle zomer mag de watergift geleidelijk verhoogd worden. Tijdens de warmste zomerdagen heeft de plant flink wat water nodig. Vanaf september mag de watergift verminderd worden. Tijdens de winter, in rusttoestand, mag de potkluit droger worden maar zeker niet
helemaal uitdrogen.
Ondanks de beste zorgen kan een laurier toch ten prooi vallen aan ziektes en plagen. Schild- of dopluis op de onderkant van het blad, met de typische zwarte schimmel (roetdauw) kunnen bestreden worden met een sopje op basis van natuurlijke zeep, eventueel gevolgd door een behandeling met een insecticide tegen schildluis.
Laurierbladvlo is te herkennen aan kleine witte puntjes op de (opkrullende) blaadjes. Verwijder steeds de aangetaste blaadjes en gebruik zo nodig een insecticide tegen bladvlo.
Laurier kan probleemloos lichte vriestemperaturen doorstaan (tot -5°C). Bij strengere vorst laat je de planten best overwinteren in een niet-verwarmde maar vorstvrije garage of oranjerie. Planten die buiten blijven, bescherm je door de stam en de wortel in te pakken met luchtdoorlatend materiaal (vliesdoek, jute, oude deken…). Vergeet niet ook tijdens de winter af en toe wat te begieten. Na de periode van grootste nachtvorst mogen de planten vanaf maart weer buiten.