- Algemeen
- Productinformatie
- Tuinbeheer
- Land- & tuinbouwmachines
- Sport- & golfterreinen
- Zwemvijvers & -baden
De hoeveelheid neerslag in België bedraagt al decennialang 700 à 900 millimeter per jaar. Wat wel verandert, is de intensiteit ervan. Buien met een intensiteit van 60 tot 100 millimeter per uur worden steeds frequenter. Combineer dat met de hoge graad van verstedelijking, in Vlaanderen en Brussel in het bijzonder, waardoor regenwater steeds moeilijker zijn weg naar bodem of afvoersystemen vindt, en het probleem is duidelijk. En dat terwijl we op andere momenten net te kampen krijgen met langdurige periodes van hitte en droogte.
De voorbije zomers hebben het telkenmale bevestigd: de weersomstandigheden worden extremer, en dat in beide richtingen. Die veranderingen dwingen ons ertoe om op een andere manier naar de verwerking van regenwater te kijken. Wanneer hebben we een teveel aan regenwater, en op welke momenten is er net een schaarste?
Op dit moment wordt regenwater nagenoeg door alle oppervlaktes in steden rechtstreeks naar het rioleringsstelsel afgevoerd. Straten, pleinen en de traditionele daken zijn namelijk zo ontworpen, dat het regenwater zo snel mogelijk afgevoerd wordt. Bij fikse buien zorgt dat echter voor een enorme piekbelasting op de riolering. Net die piek dient verkleind te worden, met name door het regenwater (tijdelijk) op te slaan en geleidelijk of pas op een later moment af te voeren.
Tegelijk is het duidelijk dat regenwater dat op één moment via de riolering afgevoerd wordt, enkele weken later alweer heel hard nodig is. Tijdens langere periodes van droogte warmt de omgeving nu eenmaal sterk op en kunnen begroeiingen het bijgevolg erg zwaar krijgen. Het zou fijn zijn mocht op zo’n moment het eerder afgevoerde regenwater weer ter beschikking zijn.
Om het rioleringsstelsel te ontlasten leggen gemeenten inmiddels allemaal richtlijnen en eisen rond regenwater vast, voor zowel nieuwbouw als renovatie. Die hemelwaterverordeningen zijn veelal afgestemd op de capaciteit van het rioleringsstelsel en kunnen bijvoorbeeld een verplicht te retenteren aantal millimeters vastleggen, alsook het tijdsbestek waarna het retentievolume weer beschikbaar moet zijn voor de opvang van een volgende regenbui. De precieze eisen hangen af van gemeente en situatie. Zo gelden er andere eisen wanneer het regenwater wordt hergebruikt, dan wanneer het weer via de riolering afgevoerd wordt.
Hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen zijn traditionele oplossingen, maar een groot deel van het antwoord ligt nog op het dak. Groendaken worden al jaren erkend als waterbuffers met een positieve bijdrage aan het voorkomen van wateroverlast. Klassieke groendaken zijn evenwel niet te ‘sturen’, met als gevolg dat het bij aanvang van een regenbui onzeker is hoeveel water er precies gebufferd kan worden.
Dat kan wel bij een retentiedak – ook een groen-blauw dak genoemd. Bij zo’n oplossing wordt er onder de opbouw van het groendak of de daktuin een open ruimte gecreëerd waar water gecontroleerd kan stijgen en zakken. Zodoende kan het regenwater passief dan wel actief gestuurd worden. Let wel: een retentiedak is enkel mogelijk op daken zonder helling.
Voor retentiedaken is er geen ‘one size fits all’-oplossing. Ieder project heeft specifieke eisen en omstandigheden die samen tot een maatoplossing leiden. Net als bij andere groendaken blijft de draagkracht van het dak het belangrijkste gegeven. Bij nieuwbouw kan dit mooi op de vereisten van het retentiedak afgestemd worden, maar bij renovatie is het uiteraard bepalend – en vaak beperkend – voor de mogelijke oplossingen. Daarnaast bepalen ook de eisen en wensen van gemeente en/of opdrachtgever wat er voor het project in kwestie aan de orde is.
Als fundament voor een projectoplossing heeft ZinCo vier basissystemen voor retentiedaken ontwikkeld. Op basis van de draagkracht, de wensen en de eisen wordt zo’n basissysteem geselecteerd, dat vervolgens projectspecifiek uitgewerkt en geoptimaliseerd wordt. Op die manier wordt er een maatwerkoplossing gerealiseerd die problemen zoals overdimensionering en onnodige kosten voorkomt.