NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
Regelgeving verdient uw bijzondere aandacht. Aangifteplichtig voor het Mestdecreet?

Regelgeving verdient uw bijzondere aandacht. Aangifteplichtig voor het Mestdecreet?

Je hebt namelijk een landbouwnummer nodig als je mest wil aan- of afvoeren, of wanneer je een beheersovereenkomst wil afsluiten met de Vlaamse Landmaatschappij, bijvoorbeeld voor het onderhoud van hagen en heggen rond je bedrijfsgebouwen.

Landbouwer versus tuinbouwer

De aangifteplicht hangt onder andere af van het aantal hectaren landbouwgrond dat je in gebruik hebt, het aantal hectaren permanent overkapte landbouwgrond, het aantal hectaren groeimedium, de hoeveelheid geproduceerde fosfaat uit dierlijke meststoffen en de hoeveelheid opgeslagen fosfor uit dierlijke mest.

Voor tuinbouwers of plantenkwekers zal eerder het aantal hectaren landbouwgrond, het aantal hectaren permanent overkapte landbouwgrond en het aantal hectaren groeimedium bepalend zijn. Aangifteplicht geldt vanaf twee hectare landbouwgrond, of minstens 50 are groeimedium, of minstens 50 are permanent overkapte landbouwgrond in gebruik.

Hoe wordt de oppervlakte groeimedium berekend?

Voor deze berekening neem je de volledige oppervlakte van de bedrijfsruimte waarin geteeld wordt op groeimedium. Bij teelt in meerdere lagen tel je deze extra oppervlakte er nog eens bij. Enkel het centrale gangpad kan in mindering gebracht worden. Als tuinbouwer declareer je zo hoeveel voedingswater en spuistroom je geproduceerd hebt in het voorbije jaar. Daarnaast moet je ook een bepaalde opslagcapaciteit voorzien voor spuistroom, aangezien er in de periode van 1 september tot en met 15 februari geen spuistroom mag gevoerd worden op de landbouwgronden.

Tuinbouwserre

Minder landbouwgrond en toch aangifteplichtig

Wie als plantenkweker onder de grens van het aantal hectaren landbouwgrond valt maar wel een aantal paarden of schapen bezit, kan toch aangifteplichtig zijn, doordat de productie of de opslag van fosfaat uit dierlijke meststof de grens van 300 kilogram overschrijdt. Dit bereken je volgens de vastgelegde uitscheidingscijfers voor deze diersoorten. Dit komt erop neer dat je niet aangifteplichtig bent tot en met veertien paarden (tussen 200 en 600 kilogram) of 72 schapen ouder dan één jaar. Indien je boven de grens valt van 300 kilogram fosfor, heb je ook de vereiste NER’s voor deze diersoort nodig. NER staat voor ‘nutriëntenemissierechten’ en deze bepalen hoeveel dieren je op je bedrijf mag houden.

Deadline mestbankaangifte

De huidige mestbankaangifte moet ingediend worden tegen 15 maart van het jaar volgend op het productiejaar. Bovenop de aangifte moet je tevens een verzamelaanvraag indienen bij het Departement Landbouw & Visserij. Dit is een overzicht van alle percelen die je in gebruik hebt. De deadline voor deze aangifte is 30 april.

Kunstmestregister

Sinds vorig jaar ben je als aangifteplichtige land- of tuinbouwer verplicht om je aankoop en gebruik van kunstmest te registeren. In 2021 wordt dat mogelijks een digitaal kunstmestregister. Het besluit dat de digitale kunstmestregistratie in 2021 via het Mestbankloket regelt, werd aangenomen door de Vlaamse Regering in oktober 2020, maar is nog niet definitief goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Met andere woorden: je moet je kunstmestgebruik bijhouden op papier, maar je bent op vandaag nog niet verplicht om je kunstmest in te geven via het Mestbankloket.

Het kunstmestregister voor een aangifteplichtige landbouwer bestaat uit een verhandelregister en een gebruiksregister. In het verhandelregister registreer je alle kunstmest die je ontvangt, overdraagt naar derden of gebruikt op gronden buiten Vlaanderen. In het gebruiksregister noteer je het gebruik van kunstmest op je percelen in Vlaanderen. Hier dien je de gegevens van de meststof, de datum van gebruik van de meststof en de identificatie van het perceel op te geven.

Als tuinbouwer met teelten op groeimedium ben je vrijgesteld van het gebruiksregister, maar niet van het verhandelregister. Bij permanent overkapte landbouwgronden dienen wel allebei de registers ingevuld te worden.

Uiterlijk de zevende dag na de registerplichtige feiten dienen de gegevens ingevuld te worden. We kunnen dus concluderen dat er via de mestbankaangifte verschillende zaken moeten opgegeven worden. Kijk dus tijdig na of je al dan niet aangifteplichtig bent.

Vergunningsplicht andere meststoffen

Sinds 1 oktober 2019 is de meldings- en vergunningsplicht van meststoffen en organische bodemverbeterende middelen uitgebreid. Voor 1 oktober 2019  bleef dit beperkt tot dierlijke mest. Vanaf 1 oktober 2019 moet eveneens de opslag van bodemverbeterende middelen en andere meststoffen opgenomen worden in je omgevingsvergunning.

Volgende producten zijn vergunningsplichtig sinds 1 oktober 2019:

• meststof of bodemverbeterende middelen, die niet beschouwd worden als dierlijke mest of kunstmest.

• producten die voorkomen op de lijst van bijlage 2.2 van het Vlarema (materialen toegelaten voor gebruik als meststof bodemverbeterend middel). Alsook producten die niet voorkomen op deze lijst, maar die wel beschikken over een grondstofverklaring voor gebruik als meststof of
bodemverbeterend middel.

Deze stoffen dienen steeds te voldoen aan de Vlarema-normen voor meststoffen of bodemverbeterende middelen.

Het is dus belangrijk om na te gaan of je opslag hieraan voldoet. Bij het plannen van een nieuwe opslagvoorziening wordt er idealiter al in de ontwerpfase getoetst of de geplande opslag aan alle vereisten voldoet.

Twijfel je of je al dan niet aangifteplichtig bent? Neem contact op met onze DLV-adviseurs.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details