NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
Een eetbaar landschap is een gedragen en veerkrachtig landschap
Stefanie Delarue, Biologe – specialisaties plantenkennis en ecologie

Een eetbaar landschap is een gedragen en veerkrachtig landschap

Mijn studenten zijn steeds meer geïnteresseerd in eetbare planten en voelen zich aangetrokken tot voedselbossen, wildpluk, zelfpluk- of snoepgroen, net als vele anderen. Soms al te snel weggezet als een hype, voor mij een duidelijk signaal. Er is weer interesse in de bruikbaarheid van planten en, bij uitbreiding, van het landschap. Oogsten uit de omgeving kan voor een krachtige binding met groen zorgen. En daarin kan de kracht van verandering schuilen. Door planten niet enkel op basis van esthetiek te kiezen, maar ook op basis van duurzame kenmerken, zoals eetbaarheid, krijgen we meer gedragen en veerkrachtiger groen.

In een duurzaam, eetbaar landschap werken we met meersoortige, diverse, gelaagde begroeiingen met vooral meerjarigen: doorlevende kruiden, bol- en knolgewassen, groenten, klimplanten, struiken en bomen. Door juiste plantenkeuzes en duurzame aanleg en beheer, met bijvoorbeeld aandacht voor bodemzorg, successie en diversiteit (zoals bestuivers voor vruchten), streven we naar evenwichtige, zelfregulerende begroeiingen. We zien dergelijke eetbare planten en begroeiingen steeds vaker in ons landschap: in privétuinen, (semi)publiek groen of de landbouw. Straatbomen met eetbare vruchten, eetbare parken, een voedselbosrand in de tuin, een snoephaag op school, agroforestry of voedselbossen in de landbouw: mogelijkheden en plaatsen te over.

Wat maakt het werken met eetbare planten of volledig eetbare ecosystemen zo aantrekkelijk? Omdat het over een andere beleving van onze omgeving gaat: door betrokkenheid meer voedselzekerheid in eigen handen nemen, ruimer en interessanter kunnen eten dan wat in de winkel beschikbaar is, een intensere seizoensbeleving, het nabootsen van de natuur, experimenteren en verwondering. We voelen ons zo meer verbonden met onze omgeving en met de natuur. En dan mogen we ook snel het herstellend vermogen van dat groen ervaren: herstellend voor landschap, bodem, biodiversiteit én mens. En dus gaat het ook over iets doen voor het milieu.

Iedereen die bezig is met landschap heeft immers een steeds zwaardere verantwoordelijkheid. Belevingsarm kijkgroen of groene woestijnen, ingericht en beheerd louter op esthetische basis, kunnen eigenlijk niet meer. De opgave voor onze buitenruimte is duidelijk: we hebben een verantwoordelijkheid richting biodiversiteit, klimaat en betrokkenheid van alle gebruikers. En eetbare, meerjarige soorten in aantrekkelijke, gelaagde begroeiingen kunnen daartoe een van de sleutels zijn.

In crisistijden – zoals oorlog of pandemie – plooien mensen meer terug op zelfvoorziening, of zijn ze sterker aangewezen op hun directe omgeving. Samen met de hernieuwde belangstelling voor eetbaar groen kunnen we dit momentum gebruiken om meteen meer te bereiken. Door een eetbaar landschap ook natuur- en klimaatondersteunend in te richten en te beheren. Eetbaar groen is ook mensondersteunend: door connectie met de natuur en buitenactiviteiten. Natuur is immers een goede heelmeester, zowel fysiek als mentaal.

Dat alles kan eenvoudig: start met het kiezen voor eetbare plantensoorten. Plant een bessenstruik of perenboom, in plaats van een siersoort. Je hoeft niet meteen volledige systemen te hebben zoals een voedselbos; het kan wél het begin ervan zijn. Geef je de mensen plukbaar voedsel in hun omgeving, dan zorg je voor connectie en betrokkenheid en zet je alle stappen richting duurzaam groen.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details