NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
“Een bloemenstad waren we al, nu zijn we ook een bijenstad”
Caroline Maertens, schepen van Ruimtelijke planning, Omgevingsvergunningen, Mobiliteit en fietsbeleid, Openbare werken en groen, Stadsgebouwen en Openbare verlichting in Izegem.

“Een bloemenstad waren we al, nu zijn we ook een bijenstad”

Izegem engageert zich middels groenbeleid

In de rubriek Stad in de Kijker laten we elke editie een stads- of gemeentebestuur aan het woord en polsen we naar de initiatieven die genomen worden om natuurbeheer, groen en biodiversiteit te versterken. “Wie biodiversiteit zegt, zegt bij”, vinden ze in het West-Vlaamse Izegem. De stad gaat dan ook erg ver in het beschermen en versterken van de lokale bijenpopulatie, al staat die ambitie uiteraard niet alleen.

Het was schepen van – kijk uit, een mondvol – Ruimtelijke planning, Omgevingsvergunningen, Mobiliteit en fietsbeleid, Openbare werken en groen, Stadsgebouwen en Openbare verlichting Caroline Maertens, die eind mei, tijdens de Week van de Bij, op de openbare radio over de bijvriendelijke initiatieven van de stad, en meer bepaald over de aanleg van een bijenburcht, mocht gaan vertellen. 

“Toen ik tien jaar geleden voor het eerst in het schepencollege mocht zetelen, was er voor de bij nochtans maar beperkte aandacht”, zegt ze. “Alles werd kort gemaaid, met water en biodiversiteit zat amper iemand in, en er werd nog naar hartenlust met pesticiden gesproeid. Daarin hebben we toch een enorme evolutie doorgemaakt.”

Bij de aanleg van bloemenweiden gaat veel aandacht naar de soortkeuze, ook om specifieke bijsoorten aan te trekken.

Van bloemen tot burcht

Die evolutie uit zich onder meer in de inmiddels bijna vier hectare aan wilde bloemenweiden die over het Izegemse grondgebied zijn verspreid. 

“In het kader van biodiversiteit hanteren veel gemeenten vandaag al een extensief maaibeleid, maar er zijn er maar weinig die ook effectief over zo’n grote oppervlakte aan bloemenweide beschikken”, zegt Maertens trots. “Onze groendeskundige besteedt daarbij bovendien veel aandacht aan de selectie van soorten. Enerzijds om gedurende een zo lang mogelijke periode van bloei te kunnen genieten – niet onbelangrijk voor de sociale aanvaarding – maar anderzijds ook om specifieke bijsoorten aan te trekken. Door ons bijenbestand te monitoren en inventariseren, weten we immers heel goed welke speciale soorten wel en welke te weinig op ons grondgebied aanwezig zijn.”

Ook de recente aanleg van de bijenburcht kadert in dat verhaal. 

“We zetten al langer in op bijen- en insectenhotels en betrekken ook onze burgers daarbij, maar niet voor alle bijen zijn die even relevant. Zo zijn er ook zandbijen, een populatie die onder de grond leeft. Voor hen bouwden we samen met de kindergemeenteraad de bijenburcht, opgetrokken uit gerecycleerd bouwmateriaal. De stenen in de burcht warmen op en vormen zo een ideale omgeving voor larven om tot bijen uit te groeien.”

De Centrumbrug over het kanaal krijgt de komende jaren een volledig nieuwe en groenere inrichting als ‘brugpark’.

Ontharden en verbinden

Het bouwmateriaal en puin van de bijenburcht is niet toevallig afkomstig van een onthardingsproject elders in de stad. Zo zijn er namelijk wel wat. 

“Zowel bij onze eigen publieke projecten als particuliere vergunningsaanvragen en grotere private ontwikkelingen wordt sterk ingezet op ontharding en vergroening”, vertelt Maertens. “Dat is het voordeel van alle relevante bevoegdheden bij één persoon te leggen, natuurlijk: je kan ontwikkelingen meteen vanuit de verschillende perspectieven sturen en zo een gericht en geïntegreerd beleid voeren.”

Dat gebeurde bijvoorbeeld ook in de omgeving van kasteel Blauwhuis. “Bij de verkoop van het domein zorgden we ervoor dat het voorheen private park, los van het kasteel zelf, door het Agentschap Natuur en Bos aangekocht en opengesteld werd, en in het naastgelegen woonuitbreidingsgebied werd bewust gekozen voor meergezinswoningen met een compacte footprint, om zo ruimte vrij te houden voor groen.”

De bijenburcht werd aangelegd met puin afkomstig van een onthardingsproject elders in de stad.

Op het publieke niveau ligt de nadruk dan weer op de rivier de Mandel enerzijds en het kanaal Roeselare-Leie anderzijds. 

“Niet alleen krijgt de Centrumbrug over het kanaal de komende jaren een volledig nieuwe en groenere inrichting als ‘brugpark’; door de overwelfde delen van de Mandel opnieuw bloot te leggen, willen we ook onze groene wandelroute Wandel op de Mandel verder richting het centrum doortrekken. Ondanks de hoge verhardingsgraad in het centrum van Izegem, zorgen we er met al die grote en kleine ingrepen uiteindelijk voor dat groen met elkaar verbonden en tot diep in de binnenstad doorgetrokken wordt.”  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details