Veel van onze inheemse waterplanten zijn in de natuur erg zeldzaam geworden en zijn bedreigd. Toch zijn ze volop beschikbaar in de handel. De meeste zijn immers gemakkelijk te vermenigvuldigen in kwekerijen. Gebruik ze in vijverprojecten groot en klein.
Gratiola officinalis of genadekruid. Tegenwoordig wordt dit kruid beschouwd als zeer zeldzaam, erg achteruitgaand, zelfs in de natuurreservaten. Het kruid kan de concurrentie met grotere planten niet aan, want biotopen omgeploegd door ploeterend vee en de doorkomst van paard en kar bestaan niet meer. Voorzie voor dit kruid een plaatsje in zon of halfschaduw en een ideale waterdiepte tussen 2 en 0 centimeter. De maximale waterdiepte is 15 centimeter. De bloei is rijk en wit.
Euphorbia palustris of moeraswolfsmelk. Dit is een aantrekkelijke plant in of naast de vijver. Hij is tegenwoordig erg zeldzaam maar lang geleden was hij volop aanwezig in de overstromingsgebieden langs onze grote waterlopen. De opvallende gele bloemen zorgen voor een mooi kleuraccent. De plant trekt enorm veel insecten aan en wenst een waterdiepte van 0 tot 10 centimeter.
Hippuris vulgaris of lidsteng. De rechtopstaande stengels van de lidsteng lijken op een dennenboompje dat uit het water lijkt te groeien. In de koude jaargetijden blijft lidsteng veilig ondergedoken. De onderwatervorm doet het goed tot 80 centimeter diep. Deze heeft langere en zachtere bladeren, doorzichtiger en helgroen. Deze fraaie, efficiënte zuurstofplant is vooral nuttig doordat hij reeds vroeg in februari met volle kracht groeit.
Menyanthes trifoliata of waterdrieblad. Dit is een typische plant van de zure venen van de Kempen en de Ardense Hoogvlakte, waar hij zeldzaam is – elders zeer zeldzaam. De plant staat best 5 tot 10 centimeter diep in het open water. Hij verkiest een zonnige of half beschaduwde standplaats en wat klei in de bodem. Een metertje lengtegroei per jaar is geen uitzondering. Dat mag echter geen probleem zijn, want de wortels hangen los in het water en zijn dus makkelijk verwijderbaar.
Rorippa nasturtium-aquaticum of waterkers. Deze plant is sterk achteruitgegaan in de natuur. Hij is te vinden in de plantenhandel… of bij de kruidenier, want wordt vooral gekweekt als groente. Vanwege zijn groeikracht en wintergroen karakter is hij erg nuttig in een filterende moeraszone. De plant verdraagt stromend water; houdt er zelfs van. Hij is dus erg bruikbaar om via een beekloopje water te zuiveren, en hij kan zelfs in een meerkamerfilter groeien.
Stratiotes aloides of krabbenscheer. De krabbenscheer is biologisch belangrijk en herbergt zo’n 200 soorten diertjes. Zijn aanwezigheid is sterk achteruitgegaan en de bestanden herstellen zich slecht, ook al wordt er moeite voor gedaan in natuurgebieden. Watervogels zijn vaak verantwoordelijk voor schade. Tijdens het groeiseizoen drijft de stervormige plant op het wateroppervlak. In de winter zinkt hij naar de bodem. Leg kleine planten langs de kant tussen oeverbegroeiing, grotere planten best 40 a 60 centimeter diep. De planten zijn wondermooi bij onderwaterverlichting.
Nymphaea candida of noordelijke waterlelie. Dit is de kleinste inheemse waterlelie. Ze kan gebruikt worden voor mini-vijvertjes en ook in moeraszones van zwemvijvers als hij wat klei of leem meekrijgt. De ideale waterdiepte ligt tussen 15 en 60 centimeter. De groei is compact en de wortelstok is gemakkelijk te verzorgen, ook op termijn. Volwassen planten nemen één vierkante meter ruimte.
Nymphoides peltata of watergentiaan. De bladeren van watergentiaan lijken op die van waterlelies. Wanneer een poel droogvalt, kan de watergentiaan toch overleven. Uit de wortelstokken op de bodem ontstaan nieuwe uitlopers zodra er weer water is. De plant voelt zich het lekkerst in water van 25 tot 30 centimeter diep. En die diepte is heel belangrijk: is het water te diep, dan groeit hij niet verder; is het te ondiep, ook niet.
Hydrocharis morsus-ranae of kikkerbeet. Deze waterplant voelt zich goed in bijna elke waterpartij, groot of klein. Hoewel de kikkerbeet drijft, zet hij zich met lange wortels vast aan de bodem om wegdrijven te vermijden. Leg hem in ondiepe waterzones tussen de moerasplanten, ideaal tussen 10 en 50 centimeter diep. In de schaduw is kikkerbeet donkergroen, in de zon kaki. In de herfst gaan er winterknoppen groeien. Deze overwinteren op de bodem.