Een gezellige terrasoverkapping, een uitbreiding van het terras, een gloednieuwe tuinkamer…: wie de tuin opsmukt met een extra stukje verharding, moet noodgedwongen ook een oplossing voorzien voor het hemelwater dat daarop valt. Vaak denkt men dan aan de regenwaterput of riolering, maar je kan ook opteren voor een infiltratiesysteem. Dat helpt om het grondwaterniveau op peil te houden en beschermt de tuin tegen lange periodes van droogte.

“Hemelwater afvoeren naar de riolering is eigenlijk geen goed idee”, benadrukt Karolien Vanovertveld van ACO. “Het is een verspilling van bruikbaar water en kan in periodes van grote regenval zorgen voor overbelasting van het rioleringsnet. Daarom schrijft de hemelwaterverordening voor dat regenwater zoveel mogelijk op eigen terrein gehouden moet worden, hetzij door opslag en hergebruik in een regenwaterput, hetzij door buffering en infiltratie.”

Het is logisch dat bouwheren hun regenwater zoveel mogelijk naar een regenwaterput proberen af te leiden, vindt Vanovertveld. “Op die manier kan je het water hergebruiken, bijvoorbeeld om toiletten te spoelen of in periodes van droogte de tuin te sproeien. Echter, niet elk project laat dit toe. Bij renovaties en verbouwingen is het bijvoorbeeld niet altijd evident om een regenwaterput te plaatsen, of vergt de aansluiting van nieuwe dakoppervlakken en verhardingen op een bestaande put te grote werken. In dat geval biedt infiltratie een uitstekende en milieuvriendelijke oplossing. Het hemelwater wordt in dat geval gebufferd en geleidelijk aan weer aan de grond afgegeven. Dat houdt het grondwaterniveau op peil, zorgt voor irrigatie van de beplantingen, en maakt tuin en landschap dus beter bestand tegen lange periodes van droogte.”

De meeste gekende oplossing is het infiltratiekrat. “Een uitstekend systeem”, meent Vanovertveld. “Maar het heeft zijn beperkingen. Zo vergt het nog aardig wat graafwerk en moet je altijd voldoende afstand houden tot bomen en andere beplantingen. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat de wortels zich een weg doorheen de kratten gaan banen en het systeem zijn functionaliteit verliest.” 

In een particuliere tuin met een beperkte oppervlakte is het helaas niet altijd eenvoudig om aan die voorwaarde te voldoen. Bovendien willen bouwheren bij bescheiden werkzaamheden zoals de uitbreiding van het terras of de toevoeging van een kleine aanbouw liever niet opnieuw de hele tuin omspitten. 

“In zo’n geval kan je opteren voor een systeem op basis van waterabsorberende rotswolblokken, zoals onze Infiltration Line. Deze 100% natuurlijke oplossing – rotswol is een natuurlijk product met een zeer lage milieu-impact – werkt als een spons: elk blok van 100x60x20 cm kan tot 112,8 liter water opnemen, om het vervolgens rustig weer aan de grond af te geven. Afhankelijk van de benodigde buffercapaciteit worden meerdere blokken eenvoudig achter elkaar geplaatst en door het compacte formaat volstaat het om een dunne sleuf te graven, bijvoorbeeld langs de rand van de tuin. Omdat wortels door de blokken heen kunnen groeien zonder de werking van het systeem te beïnvloeden, ben je bovendien vrij wat de plaatsing betreft. Dat maakt dit tot een heel laagdrempelige oplossing. Het enige waarop je moet letten – maar dat geldt bij elk infiltratiesysteem – is dat er zo min mogelijk vuil in terechtkomt. Een bladvanger of sifon ter hoogte van de afvoer is daarom een noodzakelijk accessoire.”

Voor meer bescheiden projecten stelt Vanovertveld tot slot nog de Gully voor. “Deze infiltratieput is een eenvoudig en goedkoper alternatief als infiltratieoplossing voor kleinere oppervlaktes. De Gully bestaat uit een afvoerputje met daaronder een geperforeerde buis. Het geheel wordt geplaatst in een put van zo’n 60 centimeter diep en de ruimte rondom wordt opgevuld met kiezels, om zo de infiltratie te bevorderen. Op die manier krijg je een vertraagde afgifte van het water in de diepere grondlagen en wordt ook plasvorming vermeden. Het systeem heeft een capaciteit van 11 liter – genoeg voor een klein afdak, een tuinhuis, carport of de overloop van een regenton, bijvoorbeeld.”