Waarom steeds meer sportvelden overschakelen op tetraploïde gras

Enkele jaren geleden kwam groenaannemer AH Vrij voor het eerst in aanraking met de tetraploïde 4turf-grassen van DLF. Sindsdien is onder meer het mengsel Masterline 4-4-2Master – goed voor 80% 4turf – een vaste waarde geworden in hun onderhoudsprojecten. Henk Slootweg, al 25 jaar projectleider bij AH Vrij en verantwoordelijk voor de sportveldencontracten, vertelt waarom.

“Het merendeel van onze contracten draait rond gemeentelijke sportvelden in Zuid-Holland. Af en toe werken we daarbuiten, en sinds kort beheren we ook de velden van Sparta Rotterdam en ADO Den Haag. Daar ligt de lat nog een stuk hoger”, zegt Henk Slootweg van AH Vrij.

Doorbraak in Monster

De eerste kennismaking met 4turf kwam er tijdens de renovatie van een gemeentelijk sportveld in Monster, een kustdorp met zout grondwater. “Het hoge natriumgehalte zorgde elk jaar voor problemen. De renovatie was hét moment om iets nieuws te proberen. Met 4turf zagen we meteen resultaat.”

Terwijl het jonge gras vroeger stilviel zodra we beregend hadden, bleef het nu mooi doorgroeien. “Het resultaat was een dichte grasmat zonder dat we tijdens het jaar extra moesten doorzaaien. Het onderhoud werd een stuk eenvoudiger”, zegt Slootweg.

Sterk in alle omstandigheden

Sindsdien gebruikt AH Vrij 4turf bij elk project met moeilijke waterkwaliteit, maar ook op de profvelden is het Engels raaigras een vaste waarde. “Bij Sparta en ADO worden de hybride velden jaarlijks volledig kaal gezet en opnieuw ingezaaid. Dat is een kwetsbare periode, maar 4turf herstelt veel sneller. Met de steeds kortere rustperiodes in het profvoetbal is dat een enorme troef”, aldus Slootweg.

Ook tegen schimmels blijkt het tetraploïde gras sterker. “Bij veel rassen zie je al na drie dagen aantasting tijdens de schimmelperiode. Bij 4turf gebeurt dat veel later of soms helemaal niet. Daardoor hoeven fieldmanagers minder in te grijpen, en dat scheelt een pak kopzorgen”, beklemtoont Slootweg.

Onbekend is onbemind

Vandaag wordt tetraploïd gras steeds populairder, maar aanvankelijk was er bij collega-aannemers nog wat terughoudendheid. “Onbekend is onbemind”, lacht Slootweg. “Toch zullen we die houding moeten loslaten. Onze sector staat voor uitdagingen en graszadenveredelaars werken volop aan nieuwe oplossingen. Het is aan ons om die kansen te benutten.”

DLF biedt AH Vrij vaak nieuwe mengsels om uit te proberen. “Zo leren wij de nieuwste innovaties kennen en kan DLF meteen zien hoe ze presteren in de praktijk. Een win-winsituatie”, besluit Slootweg.