Platform voor de tuin- en groenprofessional
Head of Sales bij Eliet, de eerste vrouwelijke voorzitter van Fedagrim en een bezielde pleitbezorger voor innovatie in tuin- en parkmachines. Met haar carrièrepad, doorzettingsvermogen en frisse visie is Gracienne Geenens uitgegroeid tot een van de invloedrijkste stemmen in de Belgische groensector.
De carrière van Gracienne Geenens begon in de jaren tachtig bijna toevallig. “Ik was werkzoekend en kreeg een jobaanbieding van de Duitse fabrikant van aanhangercomponenten AL-KO . Tuinmachines en zelfs betonmolens passeerden de revue. Het sprak me meteen aan. Kleine mechaniek boeide me altijd, en met mijn groene vingers paste dat perfect.” Die eerste stap leidde vervolgens naar Honda en dus naar een stevige loopbaan in een uitgesproken mannenwereld. “Als vrouw moest je jezelf dubbel bewijzen. Maar dat zag ik als een uitdaging. Op een gegeven moment kreeg ik de kans om een managementfunctie te claimen via een (mannelijke) collega. Ik heb toen duidelijk gemaakt dat ik die rol enkel wou opnemen omdat ik het waard was, niet omdat iemand anders dat voor mij vraagt”, vertelt Geenens.
Sinds 2014 leidt Geenens de verkoop bij Eliet, de Belgische fabrikant van nichemachines zoals verticuteerders, hakselaars, doorzaaimachines en andere. “Toen ik begon, was 75% van onze productie gericht op particulieren en 25% op professionals. Vandaag is dat fifty-fifty. Dat toont hoe sterk ons professionele segment gegroeid is.”
“We verdubbelden de omzet in tien jaar tijd, met een piek tijdens de coronajaren”, gaat ze verder. Tegelijk ziet ze hoe de markt verandert: kleinere tuinen, jongeren die minder met tuinieren bezig zijn, en de opkomst van robotmaaiers en sleutel-op-de-deurconcepten. Niet alleen voor het huis zelf, maar ook het omringende groen. “Het is spijtig dat tuinieren voor jonge mensen minder vanzelfsprekend is. Vaak herontdekken ze het pas rond hun veertigste, wanneer er opnieuw tijd en ruimte is.”
De elektrificatie is dé grote omwenteling in de sector. “Voor particulieren is de batterijrevolutie al volop aan de gang. Bij professionele machines loopt het trager. Een kantenmaaier kan je vier uur laten werken op batterijen, maar voor krachtige hakselaars of doorzaaimachines is het vermogen er nog niet helemaal.” De concurrentie uit China maakt het extra uitdagend. “Zij domineren batterijtechnologie, gesteund door hun overheid. Belgische en Europese fabrikanten kampen met hoge arbeids- en energiekosten. Bovendien vraagt onze aanpak meer uitleg en service. Dat kost tijd, en tijd is geld.”
Naast elektrificatie ziet Geenens ook digitalisering als een belangrijke trend, al is de impact verschillend van die in de landbouw. “In de landbouw heb je vandaag gps-gestuurde tractoren en opbrengstmetingen. Datagestuurde toepassingen zijn daar al heel vergevorderd. In onze sector gaat het voorlopig vooral om chips op machines die gebruik en locatie registreren. Handig voor onderhoud en verhuur, maar geen gamechanger zoals in de landbouw.”
Volgens haar kan digitalisering vooral ondersteunen. “Ik denk bijvoorbeeld aan vlootbeheer, onderhoudsplanning en transparantie naar klanten. Maar onze niche vraagt nog altijd vakmanschap. Het blijft kleine mechaniek. Je hebt dealers nodig die kunnen sleutelen, service bieden en de klant persoonlijk begeleiden. Technologie helpt, maar vervangt die knowhow voorlopig nog niet.”
In 2024 werd Geenens de eerste vrouwelijke voorzitter van Fedagrim. “Bijna 75% van de federatie draait rond landbouw. Met mijn geschiedenis in de tuin- en parkmachines zit ik daar vaak alleen tussen mannen. Soms moet ik eens op tafel kloppen. Maar het werkt wel!” Haar eerste jaar stond in het teken van verandering: de zoektocht naar een nieuwe secretaris-generaal, het verlies van levende dieren tonen op Agribex (door regelgeving van het Brusselse gewest) en tegelijk de voorbereiding van nieuwe accenten. “Dieren maakten Agribex aantrekkelijk voor gezinnen en scholen. Het is jammer dat dit wegvalt. Daarom zetten we nu sterker in op thema’s als duurzaamheid, stikstofproblematiek en innovatie.”
Als voorzitter ziet ze ook een duidelijke rol voor Fedagrim in het beïnvloeden van beleid. “We moeten onze stem laten horen in dossiers rond stikstof en duurzaamheid. Anders beslist de overheid zonder ons.” Daarbij wijst ze erop dat elektrificatie niet het enige pad is. “Voor sommige toepassingen is CO2-neutrale benzine misschien een realistischer alternatief. We moeten alle opties blijven bekijken”, zegt ze. “Zo werkte ik mee aan het ‘Ladies Day’-initiatief, dat dit jaar wordt uitgebreid naar een breder thema rond vrouwelijke ondernemers in de (landbouw)sector.”
De volgende grote afspraak is Demo Groen 2026, dat op een nieuwe locatie in Vlaanderen zal plaatsvinden. “We hebben al enkele hectare terrein nodig met stevige wegen voor het vrachtverkeer. Dat is geen evidentie. Juni 2026 leek ons een ideaal moment: vlak voor de zomer en net op tijd om energie te geven voor het najaar.”
Voor de sector ziet Geenens de grootste uitdagingen in elektrificatie, de opvolging van vakdealers en het tekort aan technische profielen. “Een professionele machine blijft mechaniek en hydrauliek. Daar heb je vakmensen voor nodig. Het risico is dat we dealers verliezen door hoge kosten en gebrek aan opvolging. Daarom zouden we graag evolueren naar een label voor vakhandelaars, zoals je een keurslager hebt. Zo waarderen we hun vakmanschap en service.”
Geenens belichaamt hoe passie, doorzettingsvermogen en visie een carrière kunnen vormen in een sector die lang door mannen gedomineerd werd. Als Head of Sales bij Eliet en voorzitter van Fedagrim werkt ze niet alleen aan de toekomst van de groensector, maar inspireert ze ook jonge professionals – en vooral vrouwen – om hun plaats te claimen in deze boeiende wereld. Aan de jonge generatie heeft Geenens een duidelijke boodschap: “Ga er voluit voor, wees gepassioneerd en heb geen schrik van de mannen. Op dit niveau zijn we gelijk. Volg je droom en je passie!”
