Diest verbindt burgers met biodiversiteit
In de rubriek Stad in de Kijker laten we elke editie een stads- of gemeentebestuur aan het woord over hun inspanningen rond natuurbeheer, groen en biodiversiteit. Deze keer trekken we naar Diest, een historische stad op de grens van het Hageland en de Kempen. De uitdagingen zijn er groot, maar het bestuur gelooft in de kracht van kleine, systematische ingrepen.
“We mogen ons niet laten afschrikken door de omvang van de problemen”, stelt Miet Dirix resoluut. Als schepen van milieu, energie, klimaat en duurzaamheid, dierenwelzijn, inspraak en participatie en burgerzaken weet ze waarover ze spreekt. Thema’s als klimaatverandering, biodiversiteit en de krijtlijnen van het Lokaal Energie- en Klimaatpact staan dagelijks op haar agenda. “Daar komt bij dat Diest een sterk historisch karakter heeft, met veel waardevol erfgoed. In die context vraagt groenbeheer vaak extra aandacht.”
Een opvallende schakel tussen erfgoed en natuur is de 19de-eeuwse citadel in het zuidwesten van Diest. “Het domein beslaat zo’n 28 hectare”, vertelt Dirix. “Een deel daarvan is bosgebied, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Binnenkort richten we daar een zone in als natuurbegraafplaats. Omdat we de natuur maximaal respecteren, stemden zowel ANB als de betrokken erfgoedinstanties snel in met het project.”
Ook voor het onderhoud van de groendaken op de historische wallen of courtines zoekt het stadsbestuur naar duurzame oplossingen. “We werken aan een pilootproject met stootbegrazing. Maaien is er momenteel zeer risicovol en arbeidsintensief. Daarom willen we een eerste zone laten begrazen, uiteraard met respect voor het erfgoed. Na een jaar evalueren we samen met de erfgoedinstanties het resultaat en beslissen we over mogelijke uitbreiding”, legt Dirix uit.
Naast een goede interne samenwerking, draagt Diest ook burgerbetrokkenheid hoog in het vaandel. Via de actie ‘Adopteer openbaar groen’ kunnen burgers, bedrijven en verenigingen al enkele jaren het groen mee onderhouden. “In principe mogen de deelnemers zelf kiezen welk stukje ze adopteren: een boomspiegel, een rotonde of zelfs een kleine groenzone. Er is een duidelijk afsprakenkader: geen chemische bemesting of pesticiden, en wie zijn zone extra wil aankleden, kan rekenen op een eenmalige subsidie van 25 euro”, legt Dirix uit. Een mooi voorbeeld is een buurtinitiatief dat een perceel van 30 m² opwaardeerde met nieuwe beplanting en een insectenhotel.
Vandaag zijn er een dertigtal adoptieplekken in Diest. “Natuurlijk ontlast dit onze groendienst maar beperkt. De echte meerwaarde ligt in het engagement en het bewustzijn dat het bij onze inwoners creëert. Zo maken we van kleine acties hefbomen voor grotere veranderingen. Ik ben ervan overtuigd dat deze systematische aanpak, zowel bij de stad als bij de burger, ons kan helpen om de klimaat- en biodiversiteitsuitdagingen aan te pakken”, besluit ze.