NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
Zo selecteer je het juiste voegmiddel
Verschillende materialen kunnen een verschillend voegmiddel vergen.

Zo selecteer je het juiste voegmiddel

Onkruid vindt zijn weg naar elk hoekje en spleetje, ook naar de voegen en naden tussen klinkers, tegels en andere bestratingsmaterialen. Tenzij je die naden perfect opvult met een aangepast voegmiddel, natuurlijk. Alleen … wat is dat precies, een aangepast voegmiddel? Het aanbod is inmiddels zodanig groot, dat zelfs professionals het bos door de bomen soms niet meer zien. Els Meynen van E.L.S. Garden loodst ons doorheen de verschillende types en aandachtspunten.

​“Wil je een oprit of terras onkruidvrij afwerken, dan moet je je toevlucht nemen tot voegmiddelen”, klinkt het. “Werk je met zand, dan is er sowieso kans op uitspoeling en onkruidvorming, maar ook wanneer je een onaangepast voegmiddel gebruikt kan onkruid vrij spel krijgen. Bijvoorbeeld wanneer er in de voeg scheuren ontstaan. Onkruid heeft nu eenmaal niet veel nodig. Bij het minste barstje kan vuil uit de lucht in de voeg terecht komen en krijgt onkruid dus kans om te kiemen.”

Ook de voegbreedte heeft een impact op welke voegmiddelen toegepast kunnen worden.

Drie types

Els Meynen schuift drie type-oplossingen naar voren: voegmiddelen op cementbasis, voegmiddelen op basis van epoxyhars en elastische kitafdichtingen op basis van siloxanen. “Binnen het gamma van de epoxyvoegmiddelen heb je verder de keuze tussen waterafsluitende en waterdoorlatende oplossingen. Bij de kitafdichtingen is het dan weer vooral opletten geblazen dat je een product voor buitentoepassingen selecteert.”

Materiaal

Welk type je best gebruikt, is onder meer afhankelijk van het bestratingsmateriaal. “Voegmiddelen op cementbasis zijn perfect geschikt voor poreuze materialen zoals kasseien of zachte natuursteen, maar zorgen in combinatie met keramische tegels gegarandeerd voor problemen. Vaak zijn de randen van dergelijke tegels namelijk volledig glad afgewerkt, met als gevolg dat ze geen water absorberen. Dat is voor voegmiddelen op basis van cement nochtans een voorwaarde. Het vocht uit de cement moet deels door de steen opgenomen kunnen worden, om zo tot in de poriën hechting te kunnen maken. Zo niet, dan zal de voeg bij temperatuurwisselingen niet mee uitzetten en zal ze uiteindelijk dus loslaten. Een heel eenvoudige basisregel is dan ook dat je bij keramische materialen altijd tot verlijming overgaat.”

Voegmiddelen op cementbasis zijn perfect geschikt voor poreuze materialen zoals kasseien of zachte natuursteen.

Ondergrond

Minstens even belangrijk om in rekening te brengen, is de ondergrond. “Werk je met een cementvoeg, dan moet je onder meer aandacht schenken aan de stabiliteit. Een cementvoeg op een cementgebonden ondergrond veroorzaakt bijvoorbeeld geen probleem, maar bij ondergronden van split en zand is het een ander verhaal. Daar zal de ondergrond namelijk altijd wat mee bewegen, waardoor er ook in de bestrating spanning en beweging ontstaat. Dat zijn voor cementvoegen, die relatief gevoelig zijn aan scheuren, geen optimale omstandigheden.”

Ook waterdoorlatendheid is een cruciaal aandachtspunt, in het bijzonder bij epoxyvoegen. “De waterdoorlatende variant van deze voegmiddelen mag enkel gebruikt worden wanneer ook de ondergrond waterdoorlatend is. Pas je dit type toe op een mortelbed, dan kruipt het vocht namelijk via de voegen onder de betegeling door, met vorstproblemen en loslatende tegels tot gevolg. Bij een waterafsluitende ondergrond hoort altijd een waterafsluitende voeg.”

En wat als er geen ondergrond is, zoals bij de neuzen van zwembadboorden? “In dat geval is een kitvoeg aangewezen. Deze hecht op de verschillende materialen en blijft ook onder invloed van water mooi standhouden. In theorie kan je vervolgens ook de rest van het terras met de kit opvoegen, al kan dat afhankelijk van de oppervlakte en tegelgrootte wel een heel langdradig werkje worden.”

De kleur van het voegmiddel kan mooi op die van de verharding afgestemd worden.

Voegbreedte

Wat voegbreedte en -diepte betreft, heeft elk product zijn eigen voorschriften, maar voor cementvoegen geeft Els Meynen als richtlijn wel een minimum van 0,5 centimeter breed en 2 centimeter diep mee. Epoxyvoegen kunnen vaak dunner uitgevoerd worden.

“De grootste uitdaging is bepalen hoeveel voegmiddel je effectief nodig hebt. Dat is afhankelijk van de oppervlakte, de afmetingen van de tegels, de voegbreedte en de voegdiepte. Om die berekening te vereenvoudigen, bestaan er gelukkig de nodige hulpmiddelen.”

Kleur

Binnen elk gamma zijn er verschillende kleuren en pigmentaties beschikbaar, gaande van ivoor, beige en lichtgrijs tot basalt en antraciet. Zo kan de kleur van de voeg mooi op die van de verharding afgestemd worden, al waarschuwt Els Meynen wel dat kleuren buiten altijd onderhevig zijn aan verandering. “Sommige kleuren kunnen uitlogen door de zon, maar vooral vuil heeft een doorslaggevende invloed. Dat zal er veelal voor zorgen dat voegen op termijn donkerder worden.”  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details